Zij vervolgde:
Sociale koop, tot 250.000, of misschien tot zelfs wel 275.000. Middeldure koop, tot 355.000. En ja, vergeleken met de gemiddelde prijs op de woningmarkt, die rond de 4 ton zweeft, is dat inderdaad minder. Maar zoek het maar eens eventjes op. Een modaal inkomen in Nederland is 40.000 euro. Daarmee kun je volgens de rekentool van de Hypotheker een hypotheek van maximaal 167.601 euro krijgen. En bedenk dan even dat zo’n 40 procent van de werkende Nederlanders benedenmodaal verdient, en dat er bij veel jongeren nog een studieschuld zal worden meegerekend. Dus zelfs die sociale en middeldure koop zijn zeker voor alleenverdieners, maar ook voor tweeverdieners met minder dan twee keer modaal of met een studieschuld vaak al te duur. Bij middeldure huurwoningen komt een huurder vaak pas in aanmerking als deze viermaal de huurprijs per maand, of bij tweeverdieners zesmaal de huurprijs per maand verdient. Bij de aftoppingsgrens van 1026 euro per maand is dat met twee modale inkomens net aan te doen, met een modaal inkomen niet. Blijft over de sociale huur. Gelukkig ligt het normbedrag daarvoor inmiddels hoger dan EEN modaal inkomen, al hebben tweeverdieners hier weer het nakijken. En natuurlijk wordt een sociale huurwoning, heel logisch overigens, toegewezen op basis van inkomen in verhouding tot de huurprijs.
Even concreet: Een alleenverdiener met een modaal inkomen, dus iemand die meer verdient dan zo’n 40 procent van de werkenden, kan terecht in een klein percentage van de sociale huurwoningen. Sociale huur vormt in dit raadsvoorstel 30 procent van de nieuwbouwwoningen. En dan verbaast het ons dat de wachtlijsten zo lang zijn, dat jongeren steeds langer thuis wonen, en dat er zo’n woningnood bestaat. Wonen is tegenwoordig een loterij geworden, een kwestie van geluk hebben. Wonen. Een mensenrecht, een grondrecht, is momenteel helaas een voorrecht.
Maar goed. Je moet wat. Dertig procent is beter dan niks, middendure huur is beter dan extreem dure huur, sociale koop is beter dan de vrije woningmarkt. We moeten realistisch zijn. Deze kaders zijn op het moment helaas misschien het hoogst haalbare, met hopelijk nog een aanpassing naar 67% ook in bestaande gebieden. GroenLinks zal hier dan mee akkoord gaan, maar wel met gezonde tegenzin. Want een betaalbare woning voor iedereen lijkt voorlopig helaas nog verre toekomstmuziek.